Net als iedere maand werd in februari ook weer een wadvogeltelling uitgevoerd langs de Wieringerkust. Uit het vaste telteam was Wim Tijsen afwezig en daarom werd de telling deze keer uitgevoerd door Laurens van der Vaart en Otto de Vries.
Het was een koude dag met een windje uit het noordoosten waardoor het water ook niet echt hoog kwam te staan. Ook geen zon vandaag want het bleef zwaar bewolkt. Het was niet warmer dan 2 graden wat later bij Den Oever wel goed te merken was.
Om 10.30 uur begonnen wij te tellen en rond 13.30 uur bereikten we het eindpunt nabij Den Oever.
Het zicht was goed, maar wel iets heiig en de vogels stonden verspreid over het droge wad. Dit vergt altijd wel wat meer concentratie dan dat alles geclusterd staat.
Alleen bij het gedeelte tussen Stroe buitendijks en Vatrop kwam het water wel tegen de dijkvoet aan. Eenmaal bij Den Oever aangekomen zagen we ook hier een breed stuk droog wad en ook hier stonden de concentraties verspreid over het schor.
De telling
Om 10.30 uur begonnen wij aan ons eerste telgebied van de Quarantaine tot aan het hek bij het Normerven waar er aardig wat vogels op het wad stonden.
Het merendeel werd gevormd door Bergeend 315, Bonte Strandloper 9700, Wulp 1392 en Scholekster 1796. Tevens 52 Stormmeeuwen, 80 Kanoeten, 18 Zilvermeeuwen, 92 Stormmeeuwen en een Torenvalk.
Normerven
Ruim een uur later om 11.40 uur konden wij beginnen bij het Normerven waar ook veel vogels verspreid over het wad stonden. Normaal staan de Scholeksters eigenlijk bijna allen op de dijk, maar nu stonden er langgerekte groepen op het wad.
Ook hier bestond het aanbod grotendeels uit Scholeksters en Wulpen. Terwijl de honderden Rotganzen geregeld vanuit het binnenland naar het wad vlogen en ook weer retour vlogen, begonnen wij onze telling. De Rotganzen bleven uiteindelijk in het binnenland staan, wat het gebied voor de binnenland tellers is.
Op het Normerven telden wij: Wulp 1530, Scholekster 7390, Bergeend 586, Eider 1, Rotgans 4, Kanoet 2, Zilvermeeuw 23, Grote Mantelmeeuw 1, Kokmeeuw 7, Stormmeeuw 29, Wilde Eend 77, Slobeend 35 en één Oeverpieper.
Naar mate je richting Den Oever komt zie je meestal wel de eenden toenemen maar ook Stormmeeuwen. Zo ook vandaag weer.
Het volgende telgebied begint bij het Normerven en verloopt verder tot aan Vatrop, waar we de volgende soorten noteerden: Smient 14, Rotgans 3, Scholekster 5, wilde Eend 39, Bergeend 33, Stormmeeuw 5, en Grote Mantelmeeuw 1.
Den Oever – Schor
Om 13.00 uur kwamen wij aan bij Den Oever en konden ook hier aan de bak. Zoals al eerder vermeld stonden de vogels meer verspreid dan geconcentreerd vanwege de waterstand in combinatie met de windrichting.
Eruit sprongen Pijlstaart 450, Wilde Eend 15, Wulp 2520, Scholekster 3100, Bontbekplevier 45, Tureluur 354, Stormmeeuw 1325, Zilvermeeuw 406 en Kokmeeuw 777. Overige soorten waren Smient 135, Krakeend 4, Slobeend 30, Bergeend 144, Steenloper 17, Drieteenstrandloper 30, Bonte Strandloper 55 en 1 Oeverpieper.
De Waddenhaven, De bak en de Losse dam
Het was nu even andere koek en we moesten de auto verlaten om de overige drie gebieden te voet te gaan tellen. Vanwege de krachtige wind en de temperatuur was dit even doorbijten.
Door de golfslag in de Waddenhaven waren hier niet veel vogels te zien op het water. De meeste soorten stonden dan ook op de pieren: Fuut 3, Krakeend 60, Meerkoet 15, Zilvermeeuw 17, Smient 12, Blauwe reiger 1 en Aalscholver 1.
Op de losse dam stonden 160 Zilvermeeuwen in de beschutting samen met nog 30 Aalscholvers.
De Bak leverde meer soorten op vanwege het feit dat het water hier ook niet echt hoog kwam te staan vanwege de windrichting.
Soorten waren, Smient 15, Wulp 27, Kokmeeuw 250, Stormmeeuw 60, Zilvermeeuw 15, Geelpootmeeuw 1(adult) en Grote Mantelmeeuw 1.
Om 13.30 zat deze telling er op en zijn wij nog even gaan opwarmen met een lekker bakje warme Kibbeling bij de plaatselijke vishandel.
Mede dankzij Laurens van Vaart.
Otto de Vries
(Foto: Scholekster bij het Normerven door Otto de Vries)